zaterdag 8 oktober 2022

Armand Swartenbroeks
Laken, 30 juni 1892 - Koekelberg, 3 oktober 1980

        Deze kopbalsterke verdediger behaalde 3 titels met Daring Club de Bruxelles, was frontarts tijdens WOI en WOII, trok tijdens WOI door Europa met de ‘Front Wanderers’ om geld in te zamelen voor oorlogsslachtoffers, speelde 53 interlands voor België, leidde de Rode Duivels naar Goud op de eerste naoorlogse Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen en werd in 1956 ook nog eens burgemeester van Koekelberg. Een echte legende al doet de naam Armand Swartenbroeks jammer genoeg bij weinigen een belletje rinkelen…

Breed postuur, een hoekig hoofd met een 'militaire' bros,
borstelige wenkbrauwen en een typische moustache.
Armand Swartenbroeks meteen herkenbaar op
foto's uit vorige eeuw.
© KNVB

Jeugdjaren

        Het gezin van Joseph Swartenbroeks en Victorine De Brauwere telde twee zonen, Armand (1892) en Alexis (1894). Wanneer Armand nog heel klein is verhuist de familie hun kruidenierszaak van Laken naar de Avenue de Jette in Koekelberg. De Brusselse gemeente kende eind de negentiende eeuw een bevolkingsexplosie wat hun zaak zeer zeker ten goede kwam. Omdat er echter weinig tijd over was voor de opvoeding van hun kinderen nemen de ouders de weloverwogen beslissing om Armand zijn lagere en secundaire studies op internaat in het verre Athenée Royal de Namur te laten afwerken. Op de kostschool bestaat de vrijetijdsbesteding vooral uit voetballen en al vlug blinkt Armand uit tijdens voetbaltornooitjes met andere scholen. Niet alleen op sportief vlak doet Armand het uitstekend, ook zijn studieresultaten waren schitterend. In 1910 kiest hij er dan ook voor om de studierichting geneeskunde te volgen aan de Vrije Universiteit Brussel. 

Avenue de Jette in Koekelberg waar de kruidenierszaak
van de familie Swartenbroeks gevestigd was.
(Postkaart uit eigen verzameling)

Daring Club de Bruxelles

        Terwijl hij studeert blijft zijn vrijetijdsbesteding integraal uitgaan naar voetbal, zowel in het universiteitsteam als bij de fabrieksploeg van Victoria Football Club Berchem-Sainte-Agathe van de gelijknamige koekjesfabriek Victoria. Daar wordt zijn talent al vlug opgemerkt door een bestuurslid van eersteklasser Daring Club de Bruxelles. Het rood en zwarte ‘Den Deiring’ is op dat moment, naast Racing Club de Bruxelles, Léopold Club en Union Saint-Gilloise, één van de vier Brusselse topclubs. Weliswaar de enige van de vier met een volkse aanhang in een periode waar voetbal redelijk elitair was – wat na de oorlog gelukkig zou veranderen. In 1911 tekent hij zijn aansluitingskaart om in eerste instantie te testen bij de reserveploeg. Al snel wacht hem een doorbraak bij het eerste elftal wanneer linksbinnen Braeckman gekwetst uitvalt. Swartenbroeks mag de plaats in de voorhoede innemen, een positie die hij bij zijn vorige teams gewoon was geweest in het toenmalige standaardsysteem met vijf aanvallers (2-3-5). Wanneer na enige tijd één van de twee backs uitvalt wordt de negentienjarige Armand twee rijen naar achteren verschoven, een gouden zet zou later blijken. Met zijn bonkig lichaam straalt hij gezag uit, zijn kopspel is prima, zijn lange passes zuiver en zijn tackles snoeihard maar altijd fair. Met Swartenbroeks als vaste waarde wordt Daring in het seizoen 1911-1912 voor het eerst kampioen van België.
Van 1 augustus 1912 tot 30 december 1913 vervult Armand zijn dienstplicht. Hoewel hij gekazerneerd is in het Fort van Luik, blijft hij tijdens het seizoen 1912-1913 een leidersrol vertolken in de verdediging van Daring.

Armand met de Brusselse Selectie voor een wedstrijd tegen Parijs
Stade Bauer, Saint-Ouen (1 november1912)
(Postkaart uit eigen verzameling)

Nationale ploeg

        Op 20 april 1913 wordt Armand voor het eerst geselecteerd voor het Belgische nationale elftal. De vorige vier ontmoetingen met tegenstander Nederland draaiden telkens uit op nederlagen, met als dieptepunt een 1-5 rammeling in Antwerpen op 19 maart 1911. Toch winnen onze Rode Duivels in Zwolle met 2-4 van Oranje! De amper twintigjarige Armand oogst veel lof, een Nederlandse journalist schrijft: ‘Hubin, Swartenbroeks en Leroy (doelman) waren de reuzen, die iedere attaque terugwierpen’.

Fotoverslag van de wedstrijd Nederland - België van 20 april 1913 uit het
Nederlandse tijdschrift De Prins  - klik op de foto om het artikel te vergroten
(artikel uit eigen verzameling)

        Vanaf seizoen 1913-1914 moet elke Daring-tegenstander twee Swartenbroeksen vrezen, broer Alexis versterkt het aanvallende compartiment. Datzelfde seizoen behaalde Armand een tweede landstitel. Een prachtige tijd voor dé volksclub van West-Brussel! Supporters zakten massaal af naar het stadion en er werd gedacht aan een nieuw en groter sportcomplex. Alphonse Boelens, huisarchitect van de gemeente Elsene, tekende de eerste plannen. Maar zo'n vaart zou het echter niet lopen…

Wereldoorlog I

        Op 28 juli 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit en de pas afgezwaaide milicien Armand wordt samen met duizenden anderen, waaronder zijn broer Alexis, onder de wapens geroepen. Op 4 augustus 1914 vallen de Duitsers België en eind oktober lag het laatste stukje België, de Westhoek, binnen handbereik. De Duitse opmars viel echter stil omdat de Belgische opperbevelhebbers de IJzervlakte permanent lieten overstromen. Een vier jaar durende en levens vernietigende loopgravenoorlog tussen Nieuwpoort en De Panne stond voor de deur. Arts-in-opleiding Armand en de andere legerartsen worden er geconfronteerd met enorme aantallen gewonden, iets waar de medische dienst van het leger totaal niet op voorbereid is. Armand helpt bij de miraculeuze evacuatie van 13.000 gewonden van Oostende naar Engeland en Calais. In Calais, waar hij het grootste deel van de oorlog in het hospitaal zal blijven werken, ondervindt Armand de gruwel van de oorlog aan den lijve. Hij moet er soms met heel weinig materiaal onmogelijke operaties uitvoeren op kapot geschoten soldaten. Af en toe sterven jongens van zijn leeftijd in zijn armen.

Front Wanderers

        Rond Allerheiligen van 1914 loopt de eerste grote slag om de IJzer op zijn laatste benen, ondertussen is het gewone leven en dus ook de voetbalcompetities volledig stilgevallen. In bezet gebied verbiedt de Duitse bezetter de organisatie van voetbalmatchen niet, maar veel ploegen zien hun veld opgevorderd en veel spelers zitten in het leger. Zo waren niet minder dan 37 Daring-mannen actief aan het front.

enkele Daring spelers aan het front, met onder andere de broers
Armand en Alexis Swartenbroeks
(foto uit eigen verzameling)

        Gelukkig kon niets het verlangen naar de bal bedwingen. Achter het front wordt tijdens rust en recuperatieperiodes meer en meer gevoetbald. Het zorgt voor fysieke fitheid, maar vooral ook voor afleiding van spelers en toeschouwers in deze barre oorlogsomstandigheden. In het begin waren het nog geïmproviseerde wedstrijden, maar al vlug ontstaan ploegen van verschillende regimenten of divisies die het tegen elkaar opnemen. De voetbalactiviteiten binnen het Belgisch leger groeien uit tot naar schatting 500 voetbalteams actief op meerdere locaties achter de linies, vaak zelfs op Frans grondgebied. 

Een voetbalwedstrijd van een Belgische divisie op het strand van De Panne
© Fonds des albums Valois

        In april 1915 verslaat een ‘Entente Belge’ met onder andere Pierre Kogel (Standard) en Georges Chantrell (Union Saint-Gilloise) het fiere Olympic Red Star Paris in Saint-Ouen. Armand was er hier nog niet bij.

De 'Entente Belge' voor de wedstrijd tegen Olympic Red Star Paris in 1915
(foto uit eigen verzameling)

        Ook in bezet gebied worden steeds meer lokale matchen gespeeld waarbij geld ingezameld wordt ten bate van krijgsgevangenen, invaliden en armen. Het is onbetwistbaar dat voetbal een enorme bloei kent tijdens WO1, enkel boksen kan enigszins concurreren met het voetbal. De hierboven besproken ‘Entente Belge’ wordt in de loop van de jaren steeds sterker wanneer spelers van grote clubs er bij komen zoals: Ferdinand Wertz van Antwerp FC, Hector Goetinck van FC Brugge, Dominique Baes van Cercle Brugge en ‘onze’ Armand Swartenbroeks van Daring Club de Bruxelles. De Front Wanderers (de nieuwe naam van de 'Entente Belge'), waarvan Armand Swartenbroeks één van de voortrekkers is, pasten perfect bij zijn humanitaire levensvisie om mensen te helpen. Niet langer gewoon voetballen, maar voetballen voor het goede doel.

De Front Wanderers met rechts bovenaan Armand Swartenbroeks
foto: collectie In Flanders Field Museum

        De Front Wanderers speelden niet alleen achter het Belgische front, ze trokken ook op tournee in Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië. Hun belangrijkste ‘tournee’ was die in Groot-Brittannië in 1917 met liefst zes matchen tussen 15 en 29 november: op Stamford Bridge tegen Chelsea, in Glasgow tegen een Schotse selectie, op Goodison Park tegen Everton, in Manchester tegen Manchester United, in Birmingham tegen Aston Villa en in Folkestone tegen een Canadese selectie. Ze winnen drie wedstrijden en verliezen er drie. Duizenden ‘Belgische vluchtelingen’ moedigden hen aan. Gedurende de oorlog varieerde de samenstelling van de Front Wanderers nogal eens, want ook hier waren de spelers niet vrijgesteld van hun militaire verplichtingen. Als ze aan het front dienst hadden, moesten ze worden vervangen. Bovendien raakten sommige spelers gedood of gewond. Het bekendste slachtoffer van de ‘Wanderers’ is Dominique Baes van Cercle Brugge die in 1918, kort voor het einde van de oorlog en voor een nieuwe rondreis van de Front Wanderers door Engeland, dodelijk getroffen werd door een vijandelijke kogel. Armand overleeft de gruwel van de oorlog, in tegenstelling tot zijn broer Alexis. In de zomer van 1917 woedt de Derde Slag om Ieper, een slag die honderdduizenden slachtoffers eist zonder noemenswaardig militair resultaat. Eén van de slachtoffers is Armands jongere broer Alexis die in Pervijze door mitrailleurvuur getroffen wordt in beide dijen en bekken. Alexis wordt door zijn makkers nog naar het militair hospitaal L’Ocean in De Panne gedragen maar daar bezwijkt hij enkele dagen later op 1 september 1917.

Olympisch kampioen

        Na de oorlog keert Armand terug naar Koekelberg en gaat weer voetballen bij Daring. Hij wordt ook opnieuw geselecteerd voor de Rode Duivels. Een eerste grote uitdaging van de nationale ploeg zijn de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen. De basis van de Rode Duivels wordt gevormd door voormalige Front Wanderers met Armand als één van hun leiders. België is in de eerste ronde bye. Bij hun volgende wedstrijd tegen Spanje fluiten de 18.000 toeschouwers aanvankelijk hun eigen ploeg uit, omdat er maar één Antwerpenaar (André Fierens, Beerschot AC) op het veld staat naast negen Brusselaars en één Bruggeling (Felix Balyu, FC Brugeois). Ondanks de geringe steun winnen de Duivels met 3-1 van Spanje (hattrick van Robert Coppée, Union Saint-Gilloise) en nemen vervolgens in de halve finale de maat van Nederland (3-0). Omdat er tijdens die laatste wedstrijd ondertussen twee extra Antwerpenaren op het veld staan (Henri Larnoe, Beerschot AC en Désiré 'Dis' Bastin, Antwerp FC) steunt het publiek de Rode Duivels nu wel. Voor de finale op het Kiel komen 40000 toeschouwers opdagen, 10000 meer dan de maximum capaciteit! Zij zien de kortste voetbalfinale ooit op een Olympisch tornooi. In de 42e minuut staat het al 2-0 voor België (een strafschop en een doelpunt uit buitenspel volgens de Tsjechen) als een Tsjecho-Slovaak na een zware overtreding van het veld gestuurd wordt. Zijn ploeggenoten verlaten hierna boos het veld. De wedstrijd wordt niet uitgespeeld, Tsjechoslowakije wordt gediskwalificeerd en België is Olympisch kampioen! Net als voor onze nationale ploeg is dit ook voor Swartenbroeks, 28 en al bijna tien jaar international, een hoogtepunt.

De Rode Duivels voor de Olympische finale op 2 september 1920
boven vlnr: Armand Swartenbroeks, André Fierens, Emile Hanse, Jean De Bie, Joseph Musch, Oscar Verbeeck
onder vlnr: Louis Van Hege, Robert Coppée, Mathieu Bragard, Henri Larnoe, Désiré Bastin
(bron foto: Wikipedia)

        Ook op de Olympische Zomerspelen 1924 te Parijs speelde Armand mee met de Rode Duivels. Jammer genoeg zijn die Spelen in niets te vergelijken met die van 1920. In Parijs spelen de Belgen slechts één wedstrijd, en wat voor één. Het wordt een 8-1 vernedering tegen de Zweden. De pers noemt het 'De ramp van Colombes' (Colombes is de voorstad nabij Parijs waar de wedstrijd gespeeld werd). Weinig trainen door jobs en privéleven en een ouder wordende ploeg lagen waarschijnlijk aan de basis van de het slechte resultaat.

Armand in gesprek met doelman Jan De Bie en Frans Demol voor aanvang
van de wedstrijd tegen Zweden (29 mei 1924)
(Foto uit eigen verzameling)

Meer dan 50 caps en erelid van de Nederlands voetbalbond

        Met Daring wordt Armand in seizoen 1920/1921 voor een derde maal kampioen. Het zal de laatste keer in vijftien jaar zijn. Armand is inmiddels de vaste kapitein van zowel Daring als de Rode Duivels. 

Het elftal van Daring Club de Bruxelles 1922/1923
(Postkaart uit eigen collectie)

        Na 53 caps speelt Armand Swartenbroeks zijn laatste wedstrijd als international op 11 maart 1928 in en tegen Nederland. De massa zingt Armand toe, ook de Nederlands supporters, een rechtstreeks gevolg van de opmerkelijke actie van Armand tijdens een wedstrijd eerder op het jaar tegen de ‘Zwaluwen’ (een soort Jong Oranje of B-elftal van Nederland). In deze wedstrijd maakt Armand zijn reputatie als gentleman-voetballer nogmaals waar. In de achttiende minuut houdt de Belgische spits Jan Diddens Ajax-doelman De Boer vast bij een hoekschop waarop de doelman Diddens een duw geeft. De scheidsrechter ziet alleen die laatste fout en geeft een strafschop. Doelman De Boer rent woest in de richting van strafschopnemer Armand en doet zijn relaas. Daarop vraagt Swartenbroeks aan Diddens of hij de eerste overtreding had gemaakt, Diddens bekende. De strafschop moest wel degelijk genomen worden maar Armand knalde opzettelijk naast! Met deze en eerdere acties in interlands tussen beide elftallen wordt de Belg als eerste buitenlander ooit benoemd tot erelid van de Nederlandse voetbalbond!

De Belgische aanvoerder Armand Swartenbroeks krijgt voor aanvang
van zijn laatste wedstrijd voor de Rode Duivels een krans aangeboden
door de Nederlands Bondsvoorzitter
© KNVB

        Bij Daring gaat hij nog een paar jaar door, tot hij 38 jaar is. Hoewel hij amper kan trainen – hij heeft naast zijn werk op de pediatrie van het Sint-Elisabeth in Ukkel nu ook nog een eigen dokterspraktijk – behoort hij vaak tot de uitblinkers, een toonbeeld voor velen.


Na het voetbal

        Na zijn actieve voetbalcarrière wordt hij lid van het selectiecomité van de voetbalbond. In die tijd werd de nationale ploeg samengesteld door een selectiecomité en niet door de trainer. Armand treedt ook toe tot de Raad van Bestuur van Daring Club de Bruxelles. Swartenbroeks is politiek actief, in de liberale partij PLP van zijn jeugdvriend en ex Daring-ploegmaat Oscar Bossaert. In 1939 wordt hij schepen in Koekelberg en Bossaert krijgt de burgemeesterssjerp. Tijdens Wereldoorlog II vergezelt Armand Général-Major de réserve Pierre Van Deuren bij zijn bezoeken aan diens drie bataljons, gelegen in de eerste vuurlinie. Op 24 en 25 mei 1940 belanden ze zo beiden in een hevig bombardement te Nieuwpoort, waar Armand als Chef du Service de Santé du Régiment volop gewonden verzorgt. Op 29 mei 1940 nemen de Duitsers Armand gevangen, maar op 9 juni is hij na de capitulatie van België alweer vrij. Vanaf 1943 neemt hij actief deel aan het verzet binnen de Groupement MP. Hij helpt zijn landgenoten en werkt de Duitse bezetter zoveel mogelijk tegen. Als weerstander wordt hij na de oorlog gedecoreerd. Na de Tweede Wereldoorlog blijft hij politiek actief binnen de PLP en toen zijn vriend Oscar Bossaert in 1956 onverwacht overlijdt volgt Swartenbroeks volgt hem op als burgemeester. Dit blijft hij tot 1971. Negen jaar later, op 3 oktober 1980, overlijdt Armand Swartenbroeks.


De verloren buste

De 'verloren' buste - © 

Op 1 april 1928, na de wedstrijd België - Nederland, wordt Armand Swartenbroeks tijdens een feestmaal gehuldigd door de Belgische Voetbalbond. Voorzitter Graaf d'Oultremont looft de kapitein der 'Rode Duivels' als mens en als speler. Als blijk van nationale bewondering onthult de voetbalbond een bronzen borstbeeld, een werk van kunstenaar Marnix D'Haveloose.

Het beeld stond jarenlang in de inkomhal van het Edmond Machtensstadion in Molenbeek. Waarschijnlijk verdween het later in de catacomben van het stadion omdat men niet meer wist wie die man nu eigenlijk was. Lange tijd was de buste spoorloos.

Eind 2021 werd de bijna 100 jaar oude buste terug gevonden in een donker hoekje in de kelder van het stadion. Het was Kevin Van Doorslaer, de acteur die een toneelstuk over het rijk gevulde leven van de Rode Duivel én ex-burgemeester van Koekelberg opvoert, die het bronzen beeld terugvond tijdens een zoektocht in de kelders van het Edmond Machtensstadion. Ondertussen is het prachtige beeld van Armand gelukkig terug te zien in het stadion. 




woensdag 8 mei 2024 (V-Day 2024) Herdenking AS Oostende speler Georges Hinderijckx naar aanleiding van de bevrijding in 19...