het Belgische elftal - foto uit eigen collectie |
De reis naar Parijs was
slopend. De spelers zaten in een ijskoude trein, waarvan sommige ruiten
kapotgeslagen waren en nog niet vervangen. De zitplaatsen werden ingenomen door
militairen van alle rangen, waardoor velen noodgedwongen rechtstaand in de gangen
reisden. Sommigen gingen op hun koffers zitten, terwijl anderen naar de
bagagewagon trokken om op militaire zakken wat rust te vinden. Voor maaltijden
waren de reizigers volledig afhankelijk van de inhoud van hun eigen knapzakken.
Het meest uitputtende aspect van de reis was echter de aanhoudende onzekerheid
over het Ardennenoffensief. Hoewel België eind september officieel bevrijd werd
van de Duitse bezetting, waren er enkele uitlopers tot begin november en met
een herovering van de Ardennen door de Duitsers die op 16 december 1944 was
begonnen. Niemand wist hoe de situatie zich zou ontwikkelen, laat staan of er
überhaupt een veilige terugkeer mogelijk zou zijn. Voor de spelers uit Luik was
de onzekerheid nog groter: hun families bevonden zich dicht bij de frontlinie.
In Parijs lukte het de Rode Duivels om hun zorgen even opzij te zetten. De stad bood volop licht, rumoer en vertier, al liet de premie van 72 frank per dag weinig ruimte voor uitbundigheid.
Op de dag van de wedstrijd arriveerden de spelers, blauw van de kou, in het Parc des Princes. Gelukkig vond de nieuwe verzorger Jean Bauwens een emmer waarin de spelers hun ijskoude voeten één voor één in warm water konden onderdompelen.
Parc des Princes |
Het stadion, bijna volledig gevuld met 35.000 toeschouwers, begroette de Rode Duivels met een langdurige en hartelijke ovatie. Het Franse publiek was op de hoogte van hun zware reis, ondernomen voor een liefdadig doel, ondanks de dreiging van een oprukkende vijand. Onder de aanwezigen bevond zich ook FIFA-voorzitter Jules Rimet, wat het belang van deze wedstrijd, als herstart van het officiële Europese interlandvoetbal, benadrukte.
De wedstrijd zelf, afgetrapt
om 14:40 uur, verliep minder rooskleurig. De professionele Franse ploeg, de
‘Haantjes’, gaf de Belgen geen moment de kans zich te organiseren. Doelman Rie
Meert kreeg de ene na de andere poging op doel te verwerken. André Simonyi
(‘38) en Henri Arnaudeau (‘42) brachten Frankrijk voor rust op een 2-0
voorsprong. In de tweede helft scoorde Alfred Aston (‘79) de 3-0. Pas daarna
begon de concentratie van de gastheren te verslappen, waardoor François
‘Swoitje’ De Wael in de 83e minuut de eer kon redden. Het Franse publiek
beloonde de 3-1 met een beleefd applaus. Het eerste optreden van de Rode
Duivels na de Tweede Wereldoorlog was geen groot succes. Het jonge team van coach Frans Demol (gemiddeld 24 jaar) miste internationale ervaring. Alleen John Van Alphen
(Beerschot) en Fernand Buyle (Daring) hadden eerder interlands gespeeld.
Na de zware wedstrijd bracht
een overvloedig en goed verzorgd banket snel verlichting. Bovendien klonken de
berichten uit België steeds positiever, wat de sfeer in de groep aanzienlijk
verbeterde.
Op kerstdag keerde de ploeg
terug naar Brussel. Het was opnieuw een lange en vermoeiende reis van meer dan
15 uur in een ijskoude ‘pooltrein’. Voor de spelers uit Luik wachtte nog een
extra beproeving: een Duits bombardement ter hoogte van Bierset.
Het Ardennenoffensief zou
uiteindelijk mislukken. Eind januari 1945 werden de Duitsers volledig
teruggedrongen naar hun oorspronkelijke linies en de Wehrmacht verloor een
groot deel van haar resterende slagkracht. Betere tijden in zicht!